De Laurent-Perrier Brut is lichtgoud gekleurd met een fijne en aanhoudende mousse. De delicate geur is fris en complex met tonen van wit fruit en citrusvruchten. De champagnes van Laurent-Perrier zijn typisch voor de “style de Reims” waar de champagnehuizen altijd veel pinot noir hebben gebruikt. Laurent-Perrier is net als Mumm, Veuve Clicquot en Louis Roederer een “pinot noir-huis”.
Het champagnehuis Laurent-Perrier is gesticht in 1812 en maakt al tweehonderd jaar een hooggewaardeerde champagne.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag het champagnehuis in de vuurlinie. Mathilde nam na de oorlog de Brit Alexander Fletcher Keith Mackenzie aan om Laurent-Perriers markt te verbreden en om de champagne ook in Engeland te introduceren.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest Marie-Louise de honderdduizend champagneflessen in de kelders van het huis zelfs achter een muur verstoppen. Haar zonen Maurice en Bernard vochten als soldaten mee in de oorlog. Maurice, de oudste zoon die Laurent-Perrier na de oorlog zou overnemen, werd door de Duitse bezetter gevangengenomen en overleed in het concentratiekamp Oranienburg . Desondanks overleefde het bedrijf de Tweede Wereldoorlog.
Marie-Louises tweede zoon, Bernard, nam uiteindelijk het bedrijf over. Gemotiveerd door zijn liefde voor champagne en het respect voor zijn medewerkers, spendeerde Bernard al zijn tijd aan het opbouwen van het champagnehuis met de slogan dat je “met kwaliteitswijn en -mensen niet kan falen”. Met het kleine team maakte hij Laurent-Perrier weer een van de marktleiders in de champagnemarkt en hier begon de weg van het bedrijf naar het einddoel: het grootste familiebedrijf in de champagnemarkt zijn.
In 1975 werd Alain Terrier de nieuwe keldermeester van Laurent-Perrier en daarmee werd hij de man achter de creatie van Laurent-Perriers champagne. Hij zorgde voor de innovatie van het champagnehuis, zonder tegen de gewoontes en tradities van de regio in te gaan.
Door de jaren heen is Laurent-Perrier een van de bekendste champagnehuizen geworden, ondanks dat het op het randje van een faillissement heeft gestaan en twee oorlogen heeft moeten doormaken. Het bedrijf bleef in handen van Bernard de Nonancourt (1920-2010) en nadien van zijn dochters Alexandra Pereyre-de Nonancourt en Stéphanie Meneux-de Nonancourt.